Aspectontwikkeling
26.7
bladzijde 7 van 7
De bolle spiegel
De bolle spiegel is divergerend en plaatst het Ik in het brandpunt daar buiten. Hierdoor komt het Ik buiten zijn eigen veld terecht. Al naar gelang de mate van uitkristallisatie van het Ik-besef kan het in dat buiten-gebeuren bewust een rol spelen, of juist erin worden weggezogen. (23.5)
Vergroten en verkleinen
Deze projecties van de Maan brengen vrijwel altijd vergroting of verkleining van het beeld met zich mee. Zo kan in iemands perceptie een mug al snel tot een olifant worden en wordt in de ogen van de pleger een grote nalatigheid graag gezien als een bagatel. De Maan bedient zich van overdrijving, of toont de feiten andersom graag juist iets te gering. Hij kijkt ook graag weg. Daarmee is de Maan de toneelspeler, de persona, in ieder mens.
Gaande door de aspectenreeks wordt deze subjectieve voorstelling tenslotte toch afgestemd op de realiteit, zodat er na het doorlopen van de hele reeks wel een bepaalde mate van objectiviteit wordt bereikt. Wanneer dit alles moet worden doorgemaakt, is er wel tijd mee gemoeid. Maar een helder moment kan in een flits ook veel opleveren.
Passieve weerkaatsing
Wanneer we een aspectboog in de tijd doorlopen, zal - gaande deze ontwikkeling - de terugkaatsing vanuit de objectiviteit ons dus vanzelf wakker maken op de tijdelijke aard van ons Ik. In de weerkaatsing aan omtrek is de spiegelwerking dus gegarandeerd. Deze objectiviteit houdt als omkeerpunt echter alleen een weerkaatsing in. Het beeld wordt louter teruggespiegeld. Echter daarna moet de uiterlijke weerkaatsing nog worden omgezet naar omkering.
Weerkaatsing en omkering
Innerlijke heroriëntatie gaat niet uit van het object of van enige andere structuur, maar van de Maan. Wij kunnen onze ontwikkeling dus niet louter neerleggen in of zelfs uitbesteden aan de omstandigheden. Weerkaatsing en omkering zijn weliswaar verwant, maar spelen zich ieder in een andere dimensie af. Weerkaatsing vindt plaats via een object; omkering vindt plaats in de Maan. Hierin zijn alleen de majeure aspecten betrokken.
Weerkaatsing krijgt z'n opbrengst met de loop van de tijd; omkering is er in een flits.
Herdefinitie
Omkering houdt een herdefinitie in van het Ik. Om ons hierbij een voorstelling te maken, kunnen we de aspectenboog ook opvatten als een rotatiebeweging die, uitgaande van het Ik, de kracht vanaf het uitgaand conjunct stap voor stap verder in de omstandigheden vastzet, deze er als het ware in vastschroeft. Hierin raakt het Ik middels zijn subjectieve appreciatie, steeds intenser verweven met zijn omstandigheden. Hij identificeert zich tenslotte geheel met zijn gemoedsgesteldheid, die gaande met de inschroeving een sterk fysieke component gaan vertonen.
Omkering van deze beweging draait de schroef weer los, en geeft in een enkel moment zicht op de hele aspectenreeks tot en met het ingaand conjunct als eindpunt. Gevolg is een innerlijke herdefinitie en nieuwe identificatie van het Ik. (*) Omkering maakt dus los van de geautomatiseerde reactiepatronen; men zegt ook wel dat in de omkering de planeten loskomen van de tekens en zo in hun zuivere, niet ingekleurde gedaante, ter beschikking komen. (11.2.a) Hierin kunnen we dus ook een vorm van objectivering herkennen.
Verheffing en Vrije Wil
Met de aspecten gingen de planeten en de tekens samen als een geïntegreerd organisme functioneren. Deze integratie werd gerealiseerd door de Maan. Deze vormt het weefsel van ons leven. We zien nu dat deze integratie ook vanuit diezelfde Maan weer ongedaan gemaakt kan worden, of zo men wil, naar een ander plan kan worden gebracht. In dit vrij worden uit de tekens beschouwen we de planeten - en daarmee ook onszelf - in een andere dimensie van de werkelijkheid.
Dit vermogen van de Maan, waarin omkering leidt tot verheffing en objectivering, geeft ons ook onze Vrije Wil (3.1 en 25.3). Ook het orgaan van het vrije Ik, Pluto, staat hiermee in relatie.
-.-.-.-.-.-.-
literatuurlijst, onderwerpen per pagina, woordenlijst, afbeeldingen,