Het aspect
25.3
bladzijde 3 van 8
Zelfcreërend
De spankracht van het Ik, als vermogen van het middelpunt, komt dus aan de omtrek tot werkzaamheid. Vanuit zijn spil-positie zet het zijn niet-Ik, zijn omgeving, om zich heen uit en roept het zijn eigen omstandigheden op. (*) Het schept zo voor zichzelf een omgeving, een object, waar aan het dan automatisch, ook in subjectieve zin, onderworpen is. (6.2, 10.1) De opgedane ervaring brengt het Ik tot herkenning en Ik-besef. (*) Al naar gelang de appreciatie voor wat wordt ervaren, kan het Ik zijn spankracht dan heroverwegen en hernemen (13.8) en deze vernieuwd op zijn omgeving afstemmen (15.4).
Zo realiseren de aspecten enerzijds het ontwaken van het Ik-besef en anderzijds de ontwikkeling van de omgeving, die een exponent is van datzelfde Ik.
Het aspect als imperatief en ook in eigen beheer
In tegenstelling tot de koorde, die de aspectvorm saturnaal (lees: als directe inwerking van de Geest op de stof) op de omtrek afdrukt, behoren de aspecten in hun inhoudelijk aanzicht tot persoonlijke kwaliteit van de ziel, tot het straalsprincipe, dus tot de Maan.
Zo zien we de aspecten enerzijds te voorschijn komen als het imperatieve gegeven van onze omstandigheden en anderzijds als onze persoonlijke ziele-inhoud, die in eigen beheer kan worden genomen.
Hierin leren we de horoscoop dus op twee manieren kennen, namelijk als het grondplan van het menselijk bestaan, en ook als het aangrijpingspunt voor ontwikkeling en bewustwording.
Geïntegreerd geheel
De aspecten integreren het organisch verband tussen planeten en Zodiak in de horoscoop. Als geheel vormt dit het basisgegeven. De pendelfunctie, die voor de ontwikkeling van dit gegeven nodig is, verloopt langs de straal, de Maan. De eerder gegeven citaten van Jan Bakker en Hans Cosman maakten hiervan reeds gewag.
Tevens zal het de lezer duidelijk zijn, dat de differentiatie tussen koorde en straal doorwerkt naar het vraagstuk over "astrologie en de vrije wil". (1.0.1, 1.0.2, 2.1 en 18.1.a)
Pendelfunctie
We kunnen onze Maan dus zien als ons lichaam waarmee we ervaringen opdoen en tevens als onze ontwikkelaar. Voor beide functies zijn de aspecten haar instrumenten. Zij kan die bijstellen. Echter, niet alle aspecten zijn hierin op dezelfde wijze betrokken. Dit heeft te maken met hun pendelfunctie van - en naar - het middelpunt. Want niet alle aspecten zijn voor deze functie beschikbaar of geschikt.
Twee groepen van aspecten
Bij nadere beschouwing blijken er aspecten te zijn die vanuit de omtrek terug reflecteren naar het middelpunt en andere die dat niet doen. Die wederkerigheid is echter essentieel voor het Ik, dat deze feedback nodig heeft om zichzelf, middels de echo vanuit de omgeving, wakker te kunnen roepen.
Bij de eerste groep betreft het aspecten die gebaseerd zijn op een middelpuntshoek van 60° of een afgeleide daarvan. Bij de tweede groep gaat het om aspecten die gebaseerd zijn op een middelpuntshoek van 72°, of een afgeleide daarvan.