Projectie
7.2
bladzijde 2 van 4
Polariteit
Vanuit de natuurkunde kennen we de polaire spanning tussen twee tegengesteld geladen (pool)punten. Als plus-pool en min-pool realiseren zij paarsgewijs de spanningspotentie die vanuit het middelpunt wordt uitgezet.
In de meetstelsels wordt deze polaire spanning van het noordpool- en zuidpoolpunt, nu door projectiebogen naar punt P op de omtrek overgebracht.
fig. 7.2 De projectieboog projecteert het hemellichaam op het horizonvlak.
Projectiebogen
Wat in tekst 6.2 al werd benoemd als de kwalitatieve eigenschappen van de straal, geldt hier nu ook voor deze projectiebogen:
Zij gaan uit van de beide gepolariseerde poolpunten, maar hebben geen inhoudelijke inbreng in de (gepotentiëerde) informatie die zij overdragen.
Vanuit hun vaste verankering aan de beide polen hebben zij (net als de straal van de cirkel) de functie van middelaar en informatiedrager. Deze projectiebogen zijn daarom ook hier op te vatten een maankwaliteit. (6.2)
Waartoe projectie ?
Waarvoor dienen nu eigenlijk projecties en waartoe voeren wij ze bij deze metingen uit? Wat kan de opbrengst ervan zijn (7.2.a) ? Vanuit het ontwikkelingsaspect kunnen we in het verlengde van het citaat van Hans Cosman de functie ervan begrijpen (6.2) . Immers, wil zich iets van een bewustzijn kunnen ontwikkelen tot zelf-bewustzijn, dan zijn de beide vormen van uitwerpen vanuit het middelpunt (die vanuit de polariteit naar één punt op de omtrek, evenals de projectie rondom op de omtrek) nodig.
In de gepolariseerde projectie maakt de identiteit van het subjectieve Ik zich tegenover een omringend niet-Ik kenbaar. De projectie rondom in het omringende veld brengt dat niet-ik te voorschijn. In hun onderlinge interactie ontwikkelt het bewustzijn van het middelpunt zich tot zelf- bewustzijn.
Goed beschouwd spelen alle vormen van kennisverwerving en bewustwording zich in deze interne wisselwerking af.
-.-.-.-.-
literatuurlijst, onderwerpen per pagina, woordenlijst, afbeeldingen,